Magazine over vakmanschap bij Werk, Inkomen, Participatie en Zorg
Nr. 14, juni 2018
Zelfredzaamheid
Als je aan cliëntenorganisaties vraagt wat nodig is om gestalte te geven aan de lerende praktijk, is het antwoord: cliënten betrekken bij het leerproces. Alleen door gedeelde besluitvorming over maatwerk kun je willekeur voorkomen. De vereiste gelijkwaardigheid tussen professional en cliënt is er echter niet zomaar. We zijn te veel gewend om in tegengestelde belangen te denken. Dan is het handig als je middelen hebt die helpen het samenspel tussen cliënt en hulpverlener in goede banen te leiden.
De Zelfredzaamheid-Matrix is zo’n hulpmiddel. Althans als je haar gebruikt zoals het in Amsterdam gebeurt: om op een eenduidige manier vast te stellen waar zelfredzaamheid tekortschiet, samen te bepalen welke doelen haalbaar zijn op welke levensgebieden en vervolgens vast te stellen welk ondersteuningsplan daarbij past – waarbij je bewust omgaat met kosten en baten. Vervolgens volg je systematisch of de doelen gehaald worden en bepaal je of bijsturing op het ondersteuningsplan noodzakelijk is.
Op deze manier met de Zelfredzaamheid-Matrix werken is dus niet alleen een manier om evenwicht te brengen in de interactie tussen overheid en burger. Het is tegelijk een manier om methodisch werken handen en voeten te geven. En dat is waar men in de uitvoering behoefte aan heeft. Dat blijkt uit onderzoek van TNO.
De belangrijkste belemmeringen om nog meer methodisch te werken:
werkdruk, steun van de leiding en
ontbrekende hulpmiddelen
Ruim 50 procent van de klantmanagers die aan het onderzoek meededen, geven te kennen aan alle onderdelen van methodisch werken te voldoen: het uitvoeren van een analyse (intake), het maken van een plan, het uitvoeren van het plan en het evalueren van de resultaten. Uit het onderzoek blijkt ook dat klantmanagers nog veel meer methodisch zouden willen werken. Belangrijkste belemmeringen zien ze in de werkdruk, steun van de leiding en ontbrekende hulpmiddelen.
Omdat het zo’n belangrijk onderdeel is van vakmanschap binnen het sociaal domein besteden we in dit nummer van Trots op je vak speciale aandacht aan methodisch werken. Zoals gezegd kijken we hoe het in Amsterdam werkt met de Zelfredzaamheid-Matrix. Ook zoeken we uit wat Amersfoort doet om het afwegingskader van de klantmanagers te onderbouwen.
En we kijken bij de buren in het sociaal domein. Helmond werkt samen met de lokale Werkplaats Sociaal Domein aan versterking van de reflectie (in het TNO-onderzoek de zwakke plek van methodisch werken). Verder zien we wat Divosa-bestuurslid Ruud van den Tillaar heeft aangetroffen bij de Kredietbank Zuid Limburg – we gaan hem volgen in zijn avontuur. Omdat de methode van Mobility Mentoring daarbij ongetwijfeld een rol gaat spelen, krijgt u als toegift een verslag over dat onderwerp uit de reeks over Vakkundig aan het Werk.
Marcel van Druenen, programmamanager Divosa

Inhoud




Colofon
‘Trots op je vak’ is een uitgave vanuit het programma Effectiviteit en Vakmanschap van Divosa.
Coördinatie: Jan Dobbe
Teksten: Jan Dobbe, Sigrid van Iersel
Beeld: Gerard Paul Haga / De Beeldredaktie en
Annelies van ’t Hul
Eindredactie: Jolanda van den Braak, Caroline Huisman
Ontwerp: Rob Ferwerda / Creja ontwerpen b.v.
Programmamanager: Marcel van Druenen / Divosa
Contact: info@divosa.nl
Copyright: Divosa 2018
www.divosa.nl