Betekenis sociale ondernemingen voor mensen met beperking
Sociale ondernemingen bieden niet alleen zinvol werk aan mensen met een beperking, maar zorgen ook voor gemeenschapszin, onderhoud van het groen en duurzame producten. Wetenschappers deden onderzoek naar de meerwaarde van sociale ondernemingen en de wijze waarop gemeenten met hen kunnen samenwerken bij re-integratie.
Het Zwolse houtverwerkingsbedrijf Binthout is een verbroederende gemeenschap met ongepolijste humor, weinig zachtzinnige opmerkingen en vriendschappelijke stompen in de buik. Hier moet je tegen een stootje kunnen. Iedereen heeft wel wat, vinden de medewerkers bij deze sociale onderneming. Ze kijken niet op van afwijkend gedrag.
Binthout helpt mensen met een psychische of psychiatrische beperking om te re-integreren op de arbeidsmarkt, al moet de reden voor oprichting van het bedrijf gevonden worden in de liefde voor Nederlands hout. Oprichters Karst Klein en Cor Wobma betreurden het dat gekapte bomen meestal in de houtversnipperaar verdwijnen, terwijl er mooie en duurzame producten van te maken zijn. Langzaam maar zeker verschoof hun focus naar de cliënten van zorgorganisaties, naar mensen die in hun ogen onvoldoende op hun waarde ingezet worden. Zestien mensen met een verstandelijke beperking of met psychiatrische problematiek verwerken bij Binthout nu bomen tot straatmeubilair, lampen of tafels. Binthout ontvangt voor twee mensen een vergoeding voor dagbesteding.
Maatschappelijke waarde verzilveren
Nu gemeenten dankzij de decentralisaties zeggenschap hebben over praktisch het hele sociaal domein, kunnen ze dwarsverbanden leggen tussen de Wmo, jeugdzorg en het domein van Werk en Inkomen. Sociale ondernemingen gelden als een veelbelovend alternatief voor bestaande voorzieningen als dagopvang en sw-bedrijven om die maatschappelijke waarde te verzilveren.
Gemeenten zoeken naar goede manieren om die samenwerking echt handen en voeten te geven. Hoe vind je in een sociale onderneming de balans tussen zorg en werk bij medewerkers met een beperking? En hoe geef je de ruimte aan kwetsbare medewerkers op de werkvloer, zonder dat het te vrijblijvend wordt?
Vertrouwen en menselijkheid
De koppeling tussen werk en zorg levert diverse spanningsvelden op, bijvoorbeeld rondom de belastbaarheid van medewerkers. Is de productie gericht op het eindproduct dat aan de klant verkocht kan worden of draait het om de ontwikkeling van de medewerker? Met die vragen gingen onderzoekers van Werkplaats Sociaal Domein van Hogeschool Viaa in Zwolle en de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht aan de slag.
Bij Binthout is het in ieder geval geen zoete inval waarbij medewerkers naar eigen inzicht kunnen binnenkomen en vertrekken. Het arbeidsethos is strikter dan in dagbestedingsprojecten vanuit de zorg. “Er wordt op de medewerkers gerekend”, zegt Marco Algera, onderzoeker bij Hogeschool Viaa. “Dat geeft verantwoordelijkheidsgevoel, want medewerkers worden serieus genomen als werknemer. Tegelijkertijd is er het sterke gevoel van vertrouwen en menselijkheid dat ze er niet op afgerekend worden. Dat maakt ook dat ze naar de werkplaats komen.”
Zacht, maar niet soft
Welke problematiek er bij een medewerker speelt is bij Binthout niet van belang; zijn gedrag en motivatie doen ertoe. Het werkniveau is er doorgaans hoger dan bij de dagbesteding, vernamen de onderzoekers. Fouten maken mag, maar medewerkers leren dan wel hoe ze het beter kunnen doen. Aan de productie worden kwaliteitseisen gesteld, maar de verwachtingen voor de persoonlijke ontwikkelingen zijn niet zo hoog. “De aanpak is zacht zonder soft te zijn”, zegt Algera. “De reactie is geen afrekening maar een leerervaring. Iedere stap omhoog is er één.”
‘We hebben enorme lol en zijn sociaal gelijkwaardig’
Voor Karst Klein, gekleed in een stoer bedrijfsshirt met de tekst ‘passie, hout, mens en design’, zijn de pauzes van onschatbare waarde. “Die zijn fantastisch. We hebben enorme lol en zijn sociaal gelijkwaardig. Het zijn ook de momenten dat je mensen kunt aanspreken op zaken die minder goed gaan.”
Al met al kent Binthout nogal wat werkzame factoren om tot goede resultaten te komen. Algera vergelijkt die met het mengpaneel van een geluidstechnicus: alle schuifjes kunnen omhoog en omlaag. En omdat er maatwerk geboden wordt, kunnen die schuifjes bij Binthout voor elke werknemer anders ingesteld staan.
Groen, maar nog niet erg sexy
Ook bij landschapsbeheer en in het gemeentelijk groen zijn re-integratietrajecten mogelijk. Onderzoekers Jan Hassink, Lenneke Vaandrager en Joke Jansen van Wageningen Universiteit deden in opdracht van enkele gemeenten onderzoek naar de mogelijkheden hiervan voor mensen met psychische problemen. Zien gemeenten de meerwaarde ervan?
Werken in het groen heeft voor veel deelnemers een laaggeschoold en saai imago, constateerden zij. “Op een bepaalde manier is werken in het groen hip als het bijvoorbeeld om de aanleg van daktuinen gaat”, zegt Jan Hassink. “Maar het is ook schoffelen en ander simpel werk in plantsoenen: niet erg sexy. Voor een goede beeldvorming is nog wel wat werk te verrichten.
Toch oordelen gemeenten positief over de waarde van re-integratie in het groen. Groene trajecten bij sociale ondernemingen en bij instellingen voor dagbesteding bieden duidelijk, zinvol en gestructureerd werk, terwijl de natuurlijke omgeving veel rust en ruimte geeft. “Mensen zijn samen aan het werk en voelen zich meer collega’s dan cliënten en begeleiders. Ze voelen zich onderdeel van een gemeenschap.” Bovendien levert het écht werk op bij een échte opdrachtgever. “Bij een leerwerktraject voor mensen met een verstandelijk beperking kreeg een deelnemer voor het eerst in zijn leven een certificaat”, vertelt Hassink. “Dat maakte geweldig grote indruk.”
Burn-out
Hassink was verrast dat hij in Nederland nauwelijks initiatieven aantrof om mensen met een burn-out via een programma in de natuur weer op de rails te krijgen. Hij vond alleen het project BuitenVitaal in Dronten. “Dat is opvallend, want in Zweden en Denemarken bestaan effectieve en erkende programma’s waarbij de meerderheid van de deelnemers na afronding terugkeert naar werk.”
Werken in het groen is een kansrijke optie voor een brede doelgroep, stellen Hassink en collega’s. “De natuur biedt veel mogelijkheden, zeker voor mensen die niet graag tussen vier muren zitten en ruimte nodig hebben. En dat kan zelfs in de stad.”
Tekst: Sigrid van Iersel
Foto’s: Annelies van ’t Hul

Karst Klein (rechts) en Cor Wobma (links)
Vakkundig aan het werk
Wat werkt nu echt bij interventies in het sociaal domein? Welke methode op het gebied van re-integratie is effectief? En wat is de beste manier om armoede te bestrijden? Om wetenschappelijk gefundeerde antwoorden te krijgen op dit soort vragen, werken VNG, Divosa, UWV en de ministeries van SZW en VWS samen in het meerjarige kennisprogramma ‘Vakkundig aan het werk’. Met als doel: het ontwikkelen van nieuwe wetenschappelijke kennis waar de gemeentelijke uitvoeringspraktijk van kan profiteren. Uiteindelijk moet dat een effectievere dienstverlening aan de burger opleveren.
Meer informatie:
Wat werd er onderzocht bij Binthout?
De Werkplaats Sociaal Domein (Hogeschool Viaa) en de Universiteit voor Humanistiek onderzochten de wijze waarop Binthout als sociale onderneming de re-integratie van de deelnemers aanpakt. Lukt het om een zo regulier mogelijke werkplek te bieden? Wat kunnen andere sociale ondernemingen doen om de participatie van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt te vergroten?
Wat werd er onderzocht bij de groene re-integratieprojecten?
Wageningen Universiteit inventariseerde de verschillende initiatieven op het gebied van re-integratie in het groen en hield interviews met de aanbieders en de betrokken beleidsmedewerkers. Het onderzoek geeft inzicht in de opzet en werkwijze van de initiatieven, de mensen die er gebruik van maken, in de werkzame elementen en de effecten van groene praktijken, financiering en inbedding in het lokale beleid.
Wat zijn de resultaten?
Binthout heeft volgens de onderzoekers een werkbare balans gevonden tussen de regels, gebruiken en gewoonten die samenhangen met werk en de wereld van de zorg. Mensen hebben bij deze sociale onderneming de ervaring echt werk uit te voeren in een veilige setting waar ruimte is voor ontwikkeling en groei.
Groene projecten bieden kansen voor re-integratie van deelnemers met een afstand tot de arbeidsmarkt door een mix van groene en sociale pluspunten:
- de aard van de begeleiding: persoonsgericht, betrokken, gelijkwaardig, focus op mogelijkheden
- de aard van de werkplek: deelnemers zijn onderdeel van een sociale gemeenschap
- de aard van het werk: gevarieerd, zinvol, concreet, divers, het beleven van de seizoenen
- groene omgeving: buiten, rust, ruimte, prikkelarm, appèl op zintuigen, spiritualiteit
Belangrijkste tip voor gemeenten
Laat diverse groene initiatieven voor dagbesteding, re-integratie en herstel bij burn-out met elkaar samenwerken. Hierdoor kunnen mensen met psychische problemen doorstromen van werkplekken met veel ondersteuning naar werkplekken met minder ondersteuning. Ook kunnen sociale ondernemingen als Binthout het gat vullen tussen sociale werkvoorzieningen die gericht zijn op ontwikkeling en doorstroom naar regulier werk en reguliere arbeidsplekken voor mensen met een beperking.
Zwolle: ‘Binthout is prachtige aanvulling’
Beleidsadviseur Niels van Oostveen en Marijke Sterkenburg, adviseur startups, van de gemeente Zwolle waren vanaf het prille begin enthousiast over de combinatie van zorg en werk bij Binthout. “De kans om weer werkervaring op te doen bij een werkgever is van groot belang. Dat stimuleren wij graag”, zegt Marijke. “Ik zie mensen heel gedreven werken bij Binthout. De begeleiding die zij hier krijgen is uniek. Bovendien levert Binthout met zijn natuurlijke producten een bijdrage aan de circulaire economie. De medewerkers zijn enorm trots dat zij bij dit bedrijf iets maken dat hun echt een goed gevoel geeft. Zulke pareltjes, daar zijn wij trots op.”
In het veranderende landschap van re-integratie is Binthout een welkome aanvulling, zegt Niels. “Als vervanging voor sw-bedrijven is deze onderneming niet omvangrijk genoeg. Maar de omgeving biedt wel de veiligheid en noodzakelijke ondersteuning, net als een sw-bedrijf.”
Het is de vraag of de aanpak van Binthout kopieerbaar is. “Een aantal zaken wel, maar de manier waarop de initiatiefnemers hun rol invullen en naar de toekomst kijken is uniek”, denkt Niels. “De ondernemers kunnen anderen wel inspireren”, zegt Marijke. “Zij zijn zo gedreven bezig. Hier willen we heel graag meer van zien.”