Procesmanager Hennie van Deijck over de relatie met gemeentebestuur en -raad
Hennie van Deijck ondersteunt leidinggevenden in het sociaal domein bij hun veranderende rol in een voortdurend veranderende omgeving. ‘Neem je gemeentebestuur en -raad in iedere stap mee.’
WAT DOE JIJ ALS PROCESMANAGER ORGANISATIEONTWIKKELING?
“De transities in het sociaal domein hebben veel organisatieveranderingen met zich meegebracht. Denk aan minder leidinggevenden, meer verantwoordelijkheid voor de professional, werken in wijkteams en denken vanuit de klant. Dat klinkt eenvoudig, maar het is razend moeilijk; nog maar weinig gemeenten slagen daarin. Mijn taak is het om ze daarbij te ondersteunen. Dat doe ik onder meer door relevante kennis in huis te halen en door gemeenten met elkaar in contact te brengen en van elkaar te laten leren. Dat kan een-op-een, maar ook in de vorm van een cursusprogramma.”
‘Binnen de organisatie is goed leiderschap nodig; iemand die inziet wat het hardst nodig is’
VOOR WELKE UITDAGING STAAN DE GEMEENTEN?
“We komen er steeds weer op uit dat er binnen de organisatie goed leiderschap nodig is; iemand die inziet wat het hardst nodig is en die het voortouw neemt; iemand met intrinsieke motivatie die zegt: ‘Ik ben hiervan en ik ga hiervoor’. Juanita van der Hoek, programmamanager sociaal domein bij de gemeente Uden, is zo iemand. Zij gelooft in haar plan en kan het krachtig uitdragen. Voor haar is nu de grootste opgave: hoe krijg ik mijn omgeving mee, zoals een nieuw college van burgemeester en wethouders en een nieuwe gemeenteraad met een andere samenstelling.”
INDERDAAD, HOE KRIJG JE DIE ACHTER JE PLANNEN?
“Het begint ermee dat je begrijpt dat zij een andere verantwoordelijkheid hebben dan jij. Zij vertegenwoordigen kiezers en handelen op basis daarvan. Dat kan afwijken van wat jij vanuit jouw deskundigheid vindt. Toon respect en begrip voor wat zij aan het doen zijn. Ook moet je inzicht zien te krijgen in het gedachtegoed waarop politici zich baseren. Dan begrijp je beter waarom zij op een bepaalde manier reageren en kun je daar beter op anticiperen.
De uitdaging is om bestuur en raad intrinsiek gemotiveerd te krijgen voor je plannen. Dat ze zich erachter scharen en je steunen. Dat doe je het best door hen in iedere stap mee te nemen: ‘Dit is wat we doen. Is dat nog steeds wat jullie willen?’ Je moet je er continu van verzekeren dat ze het begrijpen en er – nog steeds – achter staan. Hoewel je een politieke bananenschil nooit helemaal kunt voorkomen. Wees daarop voorbereid!”
‘Je hebt gemeentebestuurders nodig, zij moeten zaken voor jou voor elkaar krijgen’
HOE KOM JE ALS AMBTENAAR BIJ EEN WETHOUDER BINNEN?
“Daar is geen eensluidend recept voor, dus dat moet je zelf uitvinden. Dat kost veel tijd en moeite, maar het is het waard. Je hebt gemeentebestuurders nodig, zij moeten zaken voor jou voor elkaar krijgen binnen het college en binnen de raad. Blijf investeren in jullie relatie en denk niet dat je er met één gesprekje bent.
Daarvóór ligt nog de vraag of je intern de ruimte krijgt. Dus wellicht moet je ook investeren in de managementlaag boven je. Het kan heel goed zijn dat alleen de directeur spreekt met een wethouder. Dan moet je die directeur natuurlijk eerst achter jouw plannen zien te krijgen. De positie van gemeentelijke directeuren wordt steeds belangrijker. Zij belichamen als het ware de duurzaamheid van een ambtenarenapparaat, vertegenwoordigen een zekere stabiliteit als tegenhanger van de grotere complexiteit en politieke versnippering in raad en college. Dat maakt de directeur een belangrijk baken voor de politiek.”
‘Laat een wethouder zelf eens contact maken met cliënten; daar kan geen beleidsnota tegenop!’
HOE ONDERHOUD JE HET CONTACT HET BESTE?
“Praten is altijd goed. De vorm kristalliseert zich vanzelf uit, maar een-op-een of in een kleine groep werkt het beste. In een grote groep kun je geen gesprek voeren. Wat geweldig goed uitpakt, is mensen zelf te laten ervaren wat er op de werkvloer gebeurt. Laat een wethouder of raadslid eens een gesprek in de spreekkamer bijwonen of neem hem of haar mee op huisbezoek en zelf contact maken met cliënten. Daar kan geen beleidsnota tegenop!”
‘Wat vindt de wethouder belangrijk? Wat is zijn of haar bestuursstijl?’
ZIJN HIER HULPMIDDELEN VOOR?
“Als je veel met een wethouder moet samenwerken, is het handig te weten hoe hij of zij in elkaar zit: Wat vindt de wethouder belangrijk? Wat is zijn of haar bestuursstijl? Je moet er veel tijd en moeite in steken om dat te weten te komen. Een mooi instrument is de bestuursstijlentest (zie kader, red.). Die is in tien minuten in te vullen en geeft een verrassend goed beeld van iemands bestuursstijl plus een aantal handvatten voor de manier van omgaan met de diverse stijlen. Dat vergemakkelijkt de samenwerking aanzienlijk.”
GOED LEIDERSCHAP IS BELANGRIJK. HOE ONDERSTEUNT DIVOSA DIT?
“Divosa komt met een leiderschapsprogramma voor eindverantwoordelijken in het sociaal domein, op maat gesneden aan de hand van intakegesprekken met de deelnemers. Het programma bestaat uit seminars, coachingsgesprekken en bezoeken aan elkaars organisatie. Er is veel aandacht voor ontwikkeling van persoonlijk leiderschap. Voor kennis en inspiratie halen we de beste inhoudelijk deskundigen in huis die vertellen over relevante maatschappelijke ontwikkelingen.
‘Je moet intuïtie ontwikkelen, dat kan alleen maar door ervaringen op te doen en niet bang zijn fouten te maken’
Uiteraard is er altijd een link met de eigen praktijk. We gaan daarbij de diepte in, houden interviews met betrokkenen. Zorg dat je weet wat daar speelt en ga op verkenning. Kom er dan misschien achter dat jouw beleid niet landt. Je moet intuïtie ontwikkelen, dat kan alleen maar door ervaringen op te doen en niet bang zijn fouten te maken. Een aantal keren op je snufferd gaan is goed voor je. Sterker nog: ik ben helemaal niet meer geïnteresseerd in mensen die geen fouten durven maken.”
Heb jij een vraag aan Hennie? Neem dan contact met haar op.
Tekst: Jan Dobbe
Beeld: Annelies van ‘t Hul
Bestuursstijlentest
De bestuursstijlentest is een vragenformulier met steeds twee stellingen waarvan de bestuurder er een moet kiezen. Daaruit wordt duidelijk of iemand leider, verbinder, ambassadeur, manager of beheerder is. Je kunt de test ook door een heel college laten invullen om inzicht te krijgen in de (over- of onder-)vertegenwoordiging van stijlen. Ben je zelf gemeentelijk directeur? Vul de test dan zeker in!
