Gastcolumn van trainer Femke Bennebroek
Er wordt (terecht) steeds meer geïnvesteerd in het voeden en versterken van het vakmanschap van de professionals in het sociaal domein. Het inzetten van trainingen is een erkenning van de uitdagingen waar professionals mee te maken hebben, vindt gastcolumnist Femke Bennebroek. Geen diskwalificatie van hun expertise, zoals sommigen dat soms voelen. Maar hoe borg je de impact van die trainingen in je organisatie?
Leren door doen
Een training moet meer zijn dan een interessante dag, het gaat (vooral) ook om de langetermijneffecten. Een training moet daarom concrete doelen stellen en het leren moet worden aangevlogen als een proces. Om vaardigheden te ontwikkelen en te versterken, is het belangrijk er op meerdere (trainings)momenten nadrukkelijk aandacht aan te besteden en er tussentijds mee te oefenen. Ervarend en actief leren versterkt niet alleen de kennis en vaardigheden, maar ook het zelfvertrouwen van professionals.
Praktisch en collegiaal
Een goede training is een training die wegblijft van (theoretische) terminologie, maar juist aansluit op de dagelijkse praktijk, bij voorkeur gecombineerd met training-on-the-job, intervisie en collegiale coaching. Hoe meer de training de lerende organisatie stimuleert, hoe meer collegiaal leren ook op de werkvloer gebeurt, wat de impact van de training alleen maar versterkt.
Veilig en uitdagend
Wat ik vaak zie, is dat professionals wel over de benodigde kennis en vaardigheden beschikken, maar die niet (meer) inzetten. Hier komt de balans tussen veiligheid en uitdaging om de hoek kijken. Wanneer professionals worden uitgedaagd zonder dat veiligheid geboden wordt, loop je een groot risico op onzekerheid of weerstand. Andersom leidt een focus op veiligheid zonder uitdaging tot een (te) comfortabele situatie waarin van ontwikkeling nauwelijks sprake is. De gouden greep om het vakmanschap van professionals aan te spreken, is dus het bieden van uitdaging vanuit veiligheid en verbinding. Ofwel: bied professionals de ruimte en het vertrouwen om eens iets nieuws uit te proberen, kritisch naar zichzelf te (leren) kijken en ook kritisch (te leren) na te denken over de vraagstukken waarover zij zich buigen.
De lerende leidinggevende
Een goede trainer motiveert professionals om de impuls uit de training toe te passen in hun dagelijks werk. Dit gebeurt niet in een vacuüm, maar in een organisatie(cultuur), aangestuurd door leidinggevenden. Het is dan ook belangrijk dat ook die leidinggevenden meedoen, bijvoorbeeld in managementmasterclasses waar aandacht besteed wordt aan hoe zij professionals kunnen faciliteren met randvoorwaarden en voorbeeldgedrag.
Enkele andere belangrijke aandachtspunten voor leidinggevenden: zorg dat de werkdruk niet te hoog oploopt, want dan komt er van oefenen met kennis en vaardigheden niet veel terecht. Besteed in functioneringsgesprekken volop aandacht aan de ontwikkeling van je professionals. Voed de drive om te leren en de professionele nieuwsgierigheid van je team en voorzie in een leercultuur. Ga bijvoorbeeld eens na over hoe er binnen de organisatie op fouten wordt gereageerd – is dat motiverend of remmend voor vakmanschap?
Tot slot
Het borgen van de impact van trainingen is niet gemakkelijk. Veel factoren, positief en negatief, zijn van invloed. Voor een optimaal resultaat op de lange termijn is het daarom belangrijk dat de trainer, de organisatie en de professionals nauw samenwerken. Dán dragen trainingen optimaal bij aan een lerende organisatie en het vakmanschap van professionals.
Tekst: Femke Bennenbroek, directeur en senior trainer/adviseur Zinziz
Beeld: de Beeldredaktie / Herbert Wiggerman